Ze kwam al een tijdlang naar mijn praktijk. Gedreven om verder te komen in haar leven. Ik had haar vasthoudendheid en haar directe manier van communiceren leren kennen. En ook haar ongemak met zichzelf en met andere mensen, de twijfel of niet alleen wat zij deed maar ook wie zij was, wel goed genoeg was. Of anderen haar niet bij voorbaat afschreven. Nooit genoeg. Niet vrouwelijk genoeg. Niet slim genoeg. Niet aardig genoeg.
Aan die vragen in haar hoofd en haar hart werkten we samen. Ook bij mij tastte ze in het begin af. Had ik een oordeel over haar? Zou ik haar afwijzen? Kon ze wel op mij rekenen en mij haar vertrouwen geven? Niet dat ze dit zo direct zei, maar in de aftastende, gereserveerde eerste gesprekken was dit gevoel er.
Eerste beweging
Zo’n appèl voel je. Als counsellor maar ook gewoon als mens. Op zulke momenten moet ik even contact maken met mijn ‘eerste beweging’. De beweging van de ander willen geven wat die nodig heeft. Want misschien is het voor mijn cliënt juist goed om van mij niet datgene te krijgen wat zij verlangt. Als dat vriendschap is of juist de bevestiging ‘zie je, niemand vindt mij aardig’, dan schiet zij er niets mee op als ik daarin mee ga. Vriendschap valt buiten de professionele kaders van ons contact. En bevestigd worden in niet aardig zijn is evenmin helend. Als een cliënt bij mij irritatie opwekt (of ik bij haar) is dat een gevoel om samen te onderzoeken, niet een bron van afwijzing.
We werkten samen aan haar vertrouwen in anderen en in zichzelf. Het ging goed, ze maakte voorzichtige vorderingen. Bij iedere stap vooruit was de hardheid die soms tegen haar werkte, steeds meer een bron van kracht; ze durfde pijnlijke confrontaties aan te gaan.
Zie je wel!
Tot het ineens tijdens een gesprek stroef liep. De onderwerpen waar zij zich normaal in vastbeet en de tijd voorbij vloog, tikten de minuten nu als stroop weg. Haar antwoorden waren kort. Mijn eerste reactie was: doorvragen, hetzelfde nog eens vanuit een andere invalshoek benaderen. Ik probeerde haar zo uit te nodigen om zich weer aan haar onderwerpen te verbinden. Het leverde niets op. Gelijk herkende ik een oude ‘demoon’ van mezelf: ‘zie je wel, ik kan het niet, ik bén geen goede counsellor’. Ik drukte de stem de kop in, bleef bij mijn ratio die mij vertelde: ‘Dat is slechts een gedachte, je bent bang dat je het niet goed doet. Blijven proberen. Maak écht contact.’
En toen kwam de gedachte boven: ‘Die atypische afwezigheid, die plotselinge desinteresse. Wat wordt hier niet gezegd?‘ Waardoor ik kon vragen: ‘Is er misschien nog iets anders waar je het over wilt hebben?’
Het antwoord kwam uit haar ténen: ‘Ja!’
Wat bleek? Kort voor ons gesprek was ze thuis met ruzie vertrokken. En dat gesprek en alle emoties daarbij zaten nog steeds in haar hoofd en haar lichaam. Geen wonder dat ze niet gemotiveerd was om te praten over andere zaken! Maar uit zichzelf was ze er niet over begonnen. En dat laatste, dat merk ik vaker in mijn praktijk.
Vertel wat je werkelijk bezig houdt
Het gevoel dat je niet over alles ‘mag’ praten tijdens de sessies. Alsof het onderwerp waar je oorspronkelijk voor kwam, heilig is. En natuurlijk is er ook gewoon soms een gevoel van beschaamdheid; wel over iets willen praten maar het een beetje raar of moeilijk vinden.
Als counsellor ben ik daarom vaker de vraag gaan stellen: ‘Is er nog iets anders waar je het over wilt hebben?’. Als mijn gevoel aangeeft dat het gesprek niet stroomt, dat mijn cliënt is afgehaakt of afgedwaald. Het is dan belangrijk om uit te sluiten dat er geen prangender vragen zijn die we beter kunnen bespreken. Want als er iets zonde is voor cliënten, is het wel het niet durven spreken over wat je werkelijk bezig houdt. Het is jouw tijd, jouw moment om te onderzoeken wat er in jezelf leeft en hier met professionele hulp meer inzicht in te krijgen of iets mee op te lossen. Dus neem dat moment en weet: tijdens een sessie ben je vrij om over datgene te praten wat hier en nu werkelijk van belang is voor jou.
In verband met de privacy is de casus dusdanig geanonimiseerd dat deze niet tot één cliënt is te herleiden.