
‘En ik voelde mij verzuipen in een veel te groot verdriet.’
Wat een prachtige, verdrietige en rake zin in het lied ‘Joodse vrouw’, geschreven door George Groot en Ruut Weisman en vertolkt door onder meer Lucretia van der Vloot, Doris Baaten en Jenny Arean. Een lied over het Veel Te Grote Verdriet van een joodse vrouw die is getekend door de oorlog.
Ook buiten oorlogstijd verzuipen veel mensen ‘ineens’ in een Veel Te Groot Verdriet. Misschien ken je dat gevoel zelf wel. Of vermoed je het bij iemand die je kent.
Dat iemand een verdriet wegdrukt dat er nooit mocht of kón zijn. Omdat het té groot was, teveel om te dragen. Omdat het veiliger was om door te gaan met je leven. Alsof er niets was gebeurd. Want hoe kon je wat gebeurd was verdragen? Hoe kon je woorden vinden voor wat je zelf amper kon bevatten? En wat als je het wél kon bevatten, kon je dan eigenlijk nog verder leven?
Vaak vindt je omgeving het ook wel fijn als je je groot houdt en ‘gewoon’ door gaat. Want je bent dan sterk, een voorbeeld. En je gaat het zelf ook geloven, net als in het lied wordt gezongen:
‘Misschien dat ik toen veel verdriet had maar ik heb er zelf niks van gemerkt.’
Maar wat er zit, laat zich niet weg-denken of weg-doen. Je kunt een prachtige carrière maken, je helemaal storten op de zorg voor je kinderen of als vrijwilliger al je vrije tijd aan anderen geven. Dat verdriet zit er en ineens komt er ‘die dag’ die het lied bezingt. Je kunt niet meer verder. Je wilt wel, maar het gaat niet meer. Het verdriet heeft ineens het podium beklommen, zit bovenop je en laat je niet meer gaan.
En dan ga je jaren later alsnog de confrontatie aan. Of niet, en staat je leven voorgoed stil. Met alle heftige gevolgen die erbij kunnen komen als je ineens langdurig niet meer kunt functioneren; verlies van baan, huis, relatie, voogdij, gezondheidsklachten.
De vrouw in het lied wordt zo laat in haar leven verrast door de liefdevolle reactie van haar man. Ze verwacht, door wat zij heeft meegemaakt, afwijzing, dat ze er niet meer mag zijn en maar weg moet gaan. Maar wat ze ontvangt is zorgzaamheid en liefde.
Dat er niet wordt weggekeken, gesust of ge-het-komt-wel-goed.
Zo’n reactie wens ik ieder mens bij wie ineens een Veel Te Groot Verdriet naar boven komt. Dat de mensen om je heen, privé en op het werk, je helpen het te dragen. Dat familie, vrienden, collega’s maar ook instanties kijken; wat kunnen wij doen om je te helpen hiermee om te gaan, om te zorgen dat je leven zo goed mogelijk op de rit blijft terwijl jij het gesprek met je verdriet aangaat?
En dat het verdriet er ook mag zijn in gesprekken met anderen. Dat er niet wordt weggekeken, gesust of ge-het-komt-wel-goed als je eindelijk, na al die jaren, wilt praten. Dat we begrijpen dat we bij het Veel Te Grote Verdriet van een ander niets hoeven op te lossen, geen pasklare antwoorden hoeven te hebben. En dat liefdevol aanwezig zijn, niet wegkijken en luisteren wel eens het meest helpende kan zijn wat je kunt doen.
Wat kun je zelf doen?
Lees je deze blog en doet het je aan iemand denken? Neem contact op, vraag hoe het met hem/haar/hen is en stel je open om echt te luisteren, zonder oplossingen maar met compassie.
Herken je in deze blog gevoelens van jezelf en heb je behoefte aan een luisterend oor? Ga na wie je voldoende vertrouwt om je open te stellen. Wie zou met empathie op jouw verhaal kunnen reageren? Al laat je maar een klein stukje van je verdriet zien, gehoord en gezien worden helpt, al is het in het begin nog zo eng.